Tweedaagse stormchase, 9 & 10 juni 2004 in de Belgische Oostkantons, Duitsland en Luxemburg


Pagina 1 van 4  Poging tot convectie met veel pilei en eerste convectieve resultaten in het Rührgebied gedurende de namiddag


We vertrokken de negende in de late namiddag vanuit Kortrijk. Het was er mooi en er stond en flinke wind maar niks dat erop wees dat we ter plekke iets zouden missen door te chasen. In het zuiden zagen we dunne, nauwelijks zichtbare donkere gladde banden op lage hoogte, klassieke tekenen van wijzigingen in windrichting/luchtsoort. Vanaf Doornik waren er heel wat undulatus wolken te bewonderen, maar Bergen voorbij was het opnieuw helder met wat cirrus, maar als verschil dat de temperaturen daar al opliepen tot 27°, het er drukkender was en er minder wind stond. De CAPES/LI die dag waren duidelijk: vanaf de Champagne over de Ardennen tot De Eiffel was dé place to be, àls er al onweer zou komen, want het bleef een gok natuurlijk.
 
De Carestel Verlaine op de E42 zo'n 30km voor Luik was de meest oostelijke hotspot (Draadloos internet, WiFi) die we met ons telenet abonnement vrij goedkoop konden gebruiken, en aangezien we de GPRS gsm kwijt zijn om via de laptop mee te surfen stopten we hier voor een update. Bovendien zaten we hier dicht bij Luik, van waaruit we met de autosnelweg bijna alle richtingen uit konden: Maastricht, Aken en Luxemburg. De lucht was dan nog wolkenloos behalve wat cirrus, de band AC in het verre noorden, en een fractus die boven een koeltoren verderop condenseerde.


Olivier aan de laptop boven de E42 in Carestel Verlaine

In het uurtje dat we er zaten bleken er congesti ontstaan te zijn aan de verre zuidelijke en zuidoostelijke horizon. Dit is waar we op wachtten, en we gingen verder, eigenlijk meer op het zicht dan op de informatie, en trokken verder oostwaarts richting Aken, reden de autosnelweg af bij de grens voor Aken en zochten een plaatsje bij de snelweg in Raeren (B) met goed zicht voor een evaluatie. Overal zag je verwoede pogingen van congesti om door de capping te breken, maar voorlopig zonder resultaat. Vaak bolden ze voortreffelijk op met prachtige pilei erboven, maar dan rafelden de koppen uiteen en deed een andere congestus zijn poging.


Opbollende en uitrafelende congesti in Raeren
 

Vaak mooie pilei, soms zwak iriserend

Na een tijdje observeren leken de congesti het verder oost en zuidoostwaarts minder moeilijk te hebben, en we besloten richting het noorden van de Hoge Venen te rijden, en niet verder richting Aken, omdat dat ons te ver NO waarts zou voeren, weg van de hoogtes en teveel richting agglomeraties. We reden naar Roetgen (D), deden wat proviand binnen in de lokale supermarkt en reden verder OZO naar Monschau (D) via de 258. Monschau zelf was natuurlijk niet ideaal: een vallei met beboste hellingen, het was even blind rijden en uiteindelijk zijn we de 258 volgend op een hoge open plaats beland: het windmolenpark van schöneseiffen langs de 258, een twaalftal km voor Schleiden (D).
 
Kort daarvoor belandden we al in de eerste bui die namiddag, en vanuit het windmolenpark konden we veel kleine buien zien groeien met schitterende pilei formaties. Dat verontrustte me eerst wel wat: ze braken dan wel door de capping (wellicht door orografische forcering) maar behalve wat kleine kortlevende plensbuien kwam er niet veel van. Nog een pak verder in het oosten leek de convectie krachtiger, maar dat leek ons te ver te gaan voeren (op dat moment hadden we nog niet beslist in de regio te overnachten), en we wisten al dat wegtrekkende buien/onweer achterna zitten doorgaans een hopeloze zaak is, zeker zonder autosnelwegen.


Onderweg naar Schleiden iets sterkere convectie oostwaarts
 

17:00u: kleine buien die steeds op dezelfde plaats ontstonden (wellicht orografische forcering)
 

Regelmatig rotsharde congesti die tot kleine buien uitgroeiden (zie foto hieronder)
 

 

 

 

 

 

We zijn denk ik meer dan een uur bij het windmolenpark gebleven, en dan beginnen de twijfels toe te slaan. De opbouw van nieuwe congesti lijkt te minder, Karel Holvoet beldde ons dat er verder oostwaarts bij Bonn een krachtig onweer ontstaan was en de temperaturen (30°) en dauwpunten ten oosten van ons het hoogst waren van de hele wijde omgeving. We hadden het onweer ook zien ontstaan (zie hieronder) maar het leek ons te ver en bovendien wegtrekkend en op het eerste zicht slechts impulsief ontstaan en niet verder uitbouwend (we hadden dat ervoor ook al gezien). Anderzijds stonden we daar dan, meer dan 300km ver van huis, weinig hoop op nieuws uit het ZW, en zwaar onweer 50km ten oosten van ons dat aangroeiend aan de achterzijde steeds meer op een multicell ging lijken, het leek allemaal zo tevergeefs.


Explosieve convectie ver in het oosten
 

 

 

Erg vreemd: mammatus die net zichtbaar wordt in blauwe lucht. Ik zag het al eerder onder losse cirrusplukken (dus niet aambeeldgerelateerd), maar nooit zonder ook maar één soort wolkenbasis. Een zichtbare vorm van subsidentie??

Om 18u kwam het punt voor een cruciale beslissing: ofwel wilden we nog naar huis op een deftig tijdstip en moesten we eraan denken ten laatste over een uur te vertrekken, maar we besloten dat het jammer was van de lange rit, en aangezien geen van ons beiden plannen had de dag erop en de vooruitzichten voor de 10de gunstiger waren voor onweer dan de 9de in dezelfde regio als we ons nu bevonden, besloten we maar in de wagen te overnachten. Op zo'n moment heb je niks te verliezen, valt er een tijds- en afstandsdruk van je af en we besloten nog wat verder Duitsland in te cruisen. We reden via expresswegen tot we buiten bereik kwamen van onze Belgische atlas, en kochten in een tankstation in Sistig (D) een behoorlijk gedetailleerde wegenatlas van Duitsland (hadden we nog niet). Het krachtige onweer hing ondertussen al over de Rijn (vermoedden we) en we naderden wel wat (het trok niet zo snel weg en bleef aan de achterzijde aangroeien) maar gingen er niet op af.


De uitgegroeide multicell gezien vanuit Sistig

En toen sloeg alles om: nog een telefoontje van Karel Holvoet leerde ons dat er nieuw en vrij actief onweer ontstaan was in de omgeving van Saint-Hubert. Dit was wat we nodig hadden: jonge onweersbuien die recht in de windrichting lagen en naar ons toe kwamen. We probeerden het bosrijke gebied waar we waren uit te komen en zochten een hooggelegen plaats, iets verder noordoostwaarts (ik vreesde dat we al te ver oostelijk zaten voor de nieuwe buien, en terecht) en kwamen na relatief lang zoeken in Weyer terecht op een erg verlaten landweg kortbij de autosnelweg E29 richting Keulen. We hadden er zeer goed zicht op het ZW en wachtten rustig af. Na een goed halfuur wachten tekenden zich heel moeizaam enkele congestustorens af in de toegenomen heiigheid, en vanuit die heiigheid dienden zich steeds vaker en luider diepe korte dreunen af van iets wat we niet meer voor mogelijk hadden gehouden...


In de verre westelijke einder konden we af en toe als het licht het toeliet kort nog het windmolenpark van Schleiden zien (vermoeden we), en de eerste torens van een naderend spectaculair warmteonweer



 
PAGINA 1 van 4 - Poging tot convectie met veel pilei en eerste convectieve resultaten in het Rührgebied gedurende de namiddag
 
PAGINA 2 van 4 - Explosief warmteonweer met veel verticalen en hagel in Weyer (D)
 
PAGINA 3 van 4 - Enkele bliksemfoto's vlak voor Bornheim (D)
 
PAGINA 4 van 4 - Interceptie met de zuidpunt van een multicellulair onweerscomplex in Heffingen (LUX)
 

T  -  Technisch

  • Camera: Canon Eos 10D
  • Lenses: Canon EF 28-105mm F3.5-4.5
  • Lenses: Canon EF 75-300mm F4.5-5.6
  • Lenses: Sigma 12-24mm F4.5-5.6
  • Settings per foto vind je in de exif regels



 

Contact: © MeteoPete 2004